vrijdag 30 oktober 2015

Lesvoorbereiding herfstschildering

Ik heb ervoor gekozen om een lesvoorbereiding te maken over de opdracht 'stadpark in herfstsferen'. Het lijkt mij erg leuk om met kinderen aan de slag te gaan met het experimenteren met verf, en het mengen van de kleuren. Dit is een lesactiviteit voor groep 6, met ongeveer 20 leerlingen.

Lesopbouw:

Oriëntatie (10 min)
Als opening van de les heb ik een aantal herfstbladeren van buiten meegenomen en op de voorste tafels gelegd. Ik vertel dat we een schildering gaan maken van een park in herfstsferen, en de kinderen kunnen inspiratie op doen uit de kleuren van de bladeren. Op het digibord voor de klas heb ik een aantal voorbeelden staan, zodat ze kunnen kiezen uit een aantal bladindelingen. Dit lijkt me voor een groep 6 een goede houvast. Ik vraag aan de kinderen wie er wel eens in een park is geweest in de herfst, en wat daar is opgevallen aan de kleuren en de verschillende bomen en blaadjes. Zo bespreken we de voorkennis van de kinderen over dit onderwerp.

Na deze lesactiviteit kunnen de kinderen:
- Werken met het materiaal; plakkaatverf, ze kunnen vanuit de primaire kleuren een aantal kleuren mengen.
- Door beschouwing van de afbeeldingen en de bladeren die ik ze laat zien, een analyse maken en dit gebruiken in hun beeldende werk.
- Door te onderzoeken kunnen de leerlingen experimenteren met de verschillende manieren van schilderen, de verschillende penseelstreken.
- Reflecteren op het werk dat ze gemaakt hebben, eventueel aanpassingen maken, en anderen helpen.

De materialen die nodig zijn voor deze les:
- plakkaatverf
- penselen
- papier
- water
- digibord
- de bladeren die ik zelf heb meegenomen

Uitleg/instructie (40 min)
Ik heb van te voren per tweetal doosjes plakkaatverf op de tafel gelegd. Ik laat de uitdelers het papier en de penselen uitdelen aan de kinderen. Ik leg uit dat blauw, rood en geel de primaire kleuren zijn, waaruit je alle bestaande kleuren kunt mengen. Ik vraag aan de kinderen of ze weten hoe ze groen, oranje, en bruin kunnen maken. Nadat ik ze even bedenktijd heb gegeven, krijgen een paar kinderen de beurt, en we bespreken samen hoe je dit het beste kunt doen. Ook leg ik uit hoe je verschil kunt maken in donkere en lichtere kleuren. Ik leg uit hoe je na het mengen van een kleur je penseel goed schoon moet maken. Daarna leg ik aan de kinderen uit hoe je op verschillende manier kunt schilderen, hoe je lijnen en grote vlakken kunt maken, maar ook hoe je kunt tamponneren waardoor je al een herfstachtige sfeer krijgt. Als laatst laat ik zien hoe je in een paar grote lijnen een boom kunt tekenen, of een paar bomen op een rij. (de kinderen zijn op dit moment aan het luisteren, nadenken en observeren) Ik zeg dat iedereen nu kan beginnen met schilderen.
Ondertussen loop ik rond om te observeren, en help ik de kinderen waar nodig. Als het te rumoerig wordt verhef ik iets mijn stem en maak ik duidelijk dat ze op een rustige toon mogen overleggen.
Na ongeveer 30 minuten zeg ik dat de kinderen die al klaar zijn, hun werk op de voorste tafel mogen leggen en hun tafel schoonmaken. Als ze al snel helemaal klaar zijn, mogen ze met hun buurman of buurvrouw meekijken en tips geven. (hier zijn de kinderen actief aan het werk)

Afsluiting (10 min)
Als alle kinderen klaar zijn liggen alle schilderingen op de voorste tafel. Ik bespreek met de kinderen na hoe ze het vonden om met de verf te werken, en of ze tevreden zijn met het eindresultaat. We bespreken ook wat ze moeilijke onderdelen vonden, en hoe ze zelf denken dat ze hier in kunnen oefenen. We bespreken ook hoe het samenwerken is gegaan, of ze iets hebben gehad aan de tips van hun buurvrouw of buurman, en of ze zelf goede tips hebben kunnen geven. Ik heb onder het werk geobserveerd dus ik ben voor mezelf nagegaan of de gestelde doelen behaald zijn. 

Lesovergang
De kinderen hebben hun eigen tafel schoongemaakt, de uitdelers halen de verf en de penselen weer op. Deze leggen ze voor mij op de voorste tafel. De kinderen zijn nu klaar om te beginnen aan de volgende les.

donderdag 29 oktober 2015

Reflectie monument der wachtende

Opdrachtomschrijving: monument der wachtende
Naam student: Doortje van Rijen

Betekenis
De opdracht was om uit klei een wachtend persoon te maken. Als ik denk aan dat ik lang moet wachten, denk ik meteen aan een hele relaxte houding. Ik zie een man voor me, languit liggend op de grond met zijn handen achter zijn hoofd, en zijn benen over elkaar. Dit is ook wat ik heb geprobeerd te maken. Als ik lang moet wachten, kan ik niet goed op een bankje zitten, of tegen een muur geleund staan. Ik lig er het liefst bij.
Waardering: 3

Vorm
Ik heb een liggende man gemaakt, met zijn handen onder zijn hoofd en zijn benen over elkaar. Dit is voor mij de ultieme wachtende relax houding. Zijn lichaam steunt op de grond en op zijn handen, er is geen inspanning voor nodig. De klei heb ik gladgestreken, omdat ik dit ook het meeste rust uit vond stralen. De kleur van de klei was gegeven, maar ook dit vind ik erg neutraal en rustig, perfect voor het onderwerp.
Waardering: 4

Materie
Ik heb gewerkt met de chamotteklei die we kregen in de les. Ik vond het fijn materiaal om mee te werken, en omdat we de persoon uit één stuk klei moesten vormen werd het een samenhangend geheel. Wel vond ik het lastig om op het laatst details aan te brengen op het gezicht. Dit heb ik gedaan met een spateltje, en ik kreeg het niet zo precies als ik het wilde. 
Waardering: 3

Beschouwing
Ik heb geen afbeelding opgezocht om inspiratie uit te halen, omdat ik eigenlijk meteen al een beeld voor ogen had van hoe ik wilde dat het eruit zou komen te zien. Het beeld wat ik in mijn hoofd had heb ik precies weten over te brengen in de klei.
Waardering: 2

Werkwijze
Ik heb wel eens eerder met deze klei gewerkt, maar dit is alweer een tijd geleden dus het was even wennen. Wel vind ik het altijd erg leuk om echt met mijn handen bezig te zijn, omdat je de vormen precies zó kunt maken zoals jij het wilt, en kunt blijven aanpassen. Op papier gaat dat soms lastig. Zoals eerder genoemd vond ik de details aanbrengen het meest lastig. Hier had ik ook een beeld van in mijn hoofd, maar dit is niet zo geworden zoals ik gewild had. Omdat het mannetje vrij egaal geworden was doordat ik de klei glad had gemaakt, leken de details ineens vrij hard.
Waardering: 3

Onderzoek
Ik ben begonnen met het kneden en soepel maken van de klei. Toen dat gelukt was, heb ik eigenlijk meteen een opzet voor het lijfje gemaakt, deze was er snel. Ik begon met het hoofd, als laatste de benen, omdat ik die over elkaar wilde vouwen en daar zou de meeste aandacht naartoe gaan. Het was ook nog even een klus om de armen precies op de juiste manier onder het hoofdje te krijgen, maar dit is aardig gelukt. Toen de houding precies zo was zoals ik wilde, kwam ik erachter dat mijn mannetje er erg mager uit zag. Bij een wachtende relaxte man, had ik juist een beetje een mollig mannetje voor ogen. Daarom heb ik er een buikje, en een vollere borst aan toegevoegd. Als laatste heb ik de details in het gezichtje aangebracht, en waar nodig de klei nog gladgestreken.
Waardering: 3

Eindoordeel: 3

Wat vind je geslaagd?
Ik vind de houding van het mannetje erg goed geluk. Hij is duidelijk ergens op aan het wachten. Ook ben ik tevreden over hoe de structuur van de klei uiteindelijk is geworden, namelijk glad en egaal.

Wat kon beter?
De details in het gezichtje hadden beter gekund, ik had misschien een subtieler spateltje moeten gebruiken, of een andere vorm moeten kiezen. 











Reflectie stadpark in herfstsferen


Opdrachtomschrijving: Stadpark in herfstsferen met plakkaatverf
Naam student: Doortje van Rijen

Betekenis
Als ik aan een park denk in de herfst, roept dat voor mij een gezellige sfeer op. Dit heb ik geprobeerd weer te geven in mijn schildering. Ik vind de kleuren van de herfst erg mooi, omdat deze warmte uitstralen.Ik heb gekozen voor een lang pad met bomen aan de zijkant, omdat ik het in de herfst altijd erg rustgevend vind om door zo'n pad heen te lopen, dit is voor mij een ultieme herfstsfeer.
Waardering: 3

Vorm
Ik heb ervoor gekozen om een lang pad met bomen aan de zijkant, met een perspectief wat uitloopt naar de verte. Dit vind ik best lastig om te tekenen, omdat alles in verhouding moet zijn. Dit was voor mij dit een uitdaging. Ook is het een vereiste om de bomen realistisch te tekenen, wat ik ook lastig vind. Ik vind dat dit over het algemeen goed gelukt is, vooral aan de voorkant van de rij met bomen.
Waardering: 2

Materie
Ik heb gewerkt met plakkaatverf, met de primaire kleuren. Hier uit heb ik de kleuren oranje, bruin, groen, rood, donkergeel en grijs gemengd. Ook heb ik hier sommige kleuren wat lichter of donkerder mee gemaakt. Ik vond het erg fijn om mee te werken, omdat de herfstkleuren er goed uit zijn gekomen en plakkaatverf is erg dekkend. 

Waardering: 5

Beschouwing
Ik heb verschillende beelden opgezocht van een park in herfstsferen, en uiteindelijk heb ik er één als uitgangspunt genomen. Deze afbeelding heb ik gekozen omdat ik het perspectief het mooist, en het meest uitdagend vond. Zelf wist ik al welke kleuren ik wilde gebruiken, maar door de afbeelding kwam ik erachter dat het mooi is om ook schaduw aan te geven door middel van donkere en lichtere kleuren. Ik heb met een speciale techniek de verf aangebracht, mijn kwast heb ik recht op het papier gezet en zo vormde een gedotte, harige penseelstreek. Ik vond dit erg goed bij de herfstsfeer passen, omdat de kleuren in het echt ook een beetje in elkaar overlopen, en het niet precies rechte lijnen zijn.
Waardering: 4



Werkwijze
Ik heb al eerder met deze materialen gewerkt, en ik heb ervaring met het mengen van kleuren. Dit vond ik erg leuk om te doen, omdat je hierdoor je eigen draai en diepte kan geven aan een schildering. Het 'dotten' had ik nog nooit eerder gedaan, maar het beviel me erg goed. Het geeft niet alleen een bepaalde structuur en sfeer aan de verf, maar het is ook een techniek die vrij snel gaat.
Waardering: 4

Onderzoek
Ik ben begonnen met een schets te maken met potlood. Dit heb ik gedaan omdat ik het lastig vind om uit de losse pols deze specifieke perceptie op papier te zetten. Daarna heb ik de bomen als eerst met verf gekleurd, zodat ik de bladeren/kleuren er daarna gemakkelijk overheen kon schilderen, net als op de foto. Vervolgens heb ik het pad en het eindpunt gekleurd, om vervolgens alles kleur te geven met de bladeren. Het mooie vind ik dat de oranje, gele, en rode bladeren eigenlijk alles overlappen en sfeer geven. Als laatst heb ik met donkerdere kleuren nog wat diepte gegeven aan de schildering.
Waardering: 3

Eindoordeel: 3

Wat vind je geslaagd?
Ik ben erg tevreden over de herfstkleuren, ik vind dat deze goed gelukt zijn en echt een herfstsfeer laten zien. Ook ben ik blij met de bomen, ze zijn beter gelukt dan ik had verwacht, ik vind dit best moeilijk om te maken.

Wat kan er beter?
Ik vind het schilderen in perspectief nog steeds lastig, en ik ben niet helemaal tevreden over hoe dit is gelukt. Aan het begin van het pad vind ik het mooi, maar naar het midden toe wordt het wat onduidelijk. Ik vond het lastig om het punt wat het meest ver weg was er ook echt zo uit te laten zien. Hier zou ik door oefening beter in kunnen worden.







Reflectie Loch Ness monster


Opdrachtomschrijving: Loch Ness- tekenen Oostindische inkt met ecoline
Naam student: Doortje van Rijen

Betekenis                        
Ik wilde de nadruk leggen op het angstaanjagende, en het enge. Dus heb ik gekozen voor een close up beeld van de wijde kaken van het monster. Ik vind zelf het monster van Loch Ness een interessant en facinerend fenomeen, ik vond het leuk om mijn interpretatie ervan te laten zien op deze manier. De sfeer die om het monster heen hangt is normaal gesproken niet iets waar ik zelf voor zou kiezen, vandaar dat deze opdracht een uitdaging voor mij was. 
Waardering: 3

Vorm                              
Ik heb bewust gekozen om de kaken van het monster op de voorgrond te zetten, zodat het er gevaarlijk uit ziet. Door middel van arcering heb ik arcering heb ik er diepte aan gegeven. De scherpe tanden en pinnen op de huid heb ik extra geaccentueerd. Ook heb ik op verschillende plekken schubben aangebracht.
Waardering: 4

Materie                          
Ik heb gewerkt met Oost Indische inkt en met ecoline. Ik heb al eerder gewerkt met Oost Indische inkt, en ik vind dit erg fijn materiaal omdat je erg precies te werk kunt gaan. Ook creëert het een rauwe sfeer, die past bij het monster.
Waardering: 3

Beschouwing                  
Ik heb een afbeelding opgezocht van een wijde bek van een reptiel, zodat ik dit als voorbeeld kon gebruiken voor de grote lijnen. Verder heb ik geen voorbeelden gebruikt, omdat ik het juist leuk vond om mijn fantasie een beetje op de loop te laten.
Waardering: 3



Werkwijze                         
Ik heb al eerder met deze materialen gewerkt. Ik vond het lastig om een kleur ecoline te kiezen, juist omdat de opzet met de Oost Indische inkt zo verfijnd is, en de kleur opeens erg aanwezig.
Uiteindelijk heb ik voor roze gekozen, omdat dit niet een kleur is die je zou verwachten, en het dus een surrealistisch tintje geeft, wat ik zelf wel bij het onderwerp vind passen.
Waardering: 4


Onderzoek                       
Ik ben begonnen met een lichte schets.Daarna heb ik de details erin verwerkt, de schubben en de stekels. Toen heb ik met de inkt de grote lijnen aangebracht. Daarna heb ik er met de inkt schaduw aan gegeven, door stukken over elkaar te arceren, waardoor er diepte ontstond. Als laats heb ik op de hoofdlijnen de ecoline aangebracht. Ik heb er voor gekozen om de tekening niet helemaal in te kleuren, de accenten maakten het voor mij compleet.
Waardering: 4

Eindoordeel: 4

Wat vind ik geslaagd?     
Ik ben tevreden over de opbouw van de kaart, alles is gevuld en het is duidelijk. Ook vind ik dat ik erin geslaagd ben om er een angstaanjagende sfeer aan te geven. Het monster ziet er gevaarlijk uit door zijn scherpe tanden, en het half ingekleurde vind ik iets rauws hebben.


Wat kon beter?               
 Sommige details hadden beter gekund, de schubben zijn niet gelijk verdeeld over het monster. Ook heb ik achteraf gezien niet genoeg aandacht besteed aan het lichaam, ik was vooral gefocust op de mond en de tanden.








                                        

Luisteropdracht

                                                       
Voor deze opdracht heb ik gekozen voor het Vliegerlied van Café the block als luisterfragment. Hieronder is het fragment te vinden. Voor de opdracht begin ik bij het nummer vanaf 0.07 seconden. Deze opdracht is bedoelt voor een klas uit de bovenbouw.



De opdracht heb ik ontworpen aan de hand van het stappenplan. De kinderen staan allemaal in tweetallen tegenover elkaar in de klas. Als opening wil ik meteen het fragment laten horen, en de kinderen vragen om mee te luisteren en de bewegingen mee te doen die ze horen in de tekst. Zelf doe ik ook mee, zodat ik ze een beetje aan kan sturen. Op een bepaald moment moeten de kinderen elkaar bij de hand nemen, vandaar dat ze in tweetallen staan. Hier maak ik gebruik van coöperatief leren. Ook denk ik dat de actieve houding wordt bevorderd als de kinderen samen mogen werken. Voordat we het fragment beluisteren, stel ik de kinderen de volgende luistervragen:

1. welke dieren werden er genoemd/nagedaan in het lied?
Antwoord: tijger, giraffe, kangoeroe
2. welke activiteiten/bewegingen worden er genoemd?
Antwoord: vliegen, springen, zwemmen
3. welke sfeer geeft dit liedje?
Antwoord: een vrolijke, enthousiaste, blije etc. sfeer.

Ik heb gekozen voor het domein bewegen. Aan de hand van het KVB model heb ik gebruik gemaakt van de aspecten vorm en betekenis. Vorm: de kinderen bewegen naar aanleiding van herhaling en contrast. Betekenis: de kinderen beelden de karakters van mensen en dieren uit aan de hand van een verhaal, en een duidelijke stemming komt naar voren, namelijk vrolijkheid.

 De volgende luisterstijlen komen aan bod bij deze opdracht:
- Motorische luisterstijl: de kinderen bewegen mee op de muziek, en ze moeten letten op de maat, zodat ze goed mee kunnen doen.
- Creatieve luisterstijl: door het verhaal wat in het lied wordt verteld wordt zullen de kinderen er een kleurrijke verbeelding bij krijgen. Het lied zal ook een vrolijke/blije/enthousiaste emotie opwekken.
- Sociale luisterstijl: de opdracht doen de kinderen allemaal samen, en de muziek roept een bepaalde sfeer op.


De kinderen zullen aandachtig luisteren naar de tekst, omdat ze de bewegingen na moeten doen. Mijn doel hier van is dat ze allemaal actief mee doen, waardoor ze de antwoorden op de vragen waarschijnlijk gemakkelijker uit de tekst halen en onthouden. De kinderen zijn aan het bewegen en aan het analyseren. De didactische werkvormen die ik gebruik zijn demonstreren, vragen stellen, beurten geven, en het laten samenwerken van de kinderen. Over het algemeen is de didactische werkvorm een spelvorm, omdat de kinderen eigenlijk de hele tijd actief meedoen.


Als het nummer is afgelopen bespreek ik met de kinderen de vragen. Ik geef een paar kinderen de beurt om antwoord te geven. Hierna stel ik een aantal open vragen, en laat verschillende kinderen hier antwoord op geven. bv: Wat is voor jou een mooie dag? Wanneer heb je je zo gevoeld als wordt omschreven in het liedje? Hiermee sluit ik de les af.


Hieronder feedback van Sharon Boeven:
Ik vind dat dit een hele geschikte oefening is. De combinatie van luisteren en bewegen vind ik zelf erg leuk. Ik denk ook dat de kinderen deze oefening erg leuk zullen vinden. Dit omdat de kinderen het lied waarschijnlijk zelf ook kennen. Het is een veilige manier om de kinderen tegenover elkaar te laten staan. Omdat iedereen moet bewegen hebben de kinderen geen schaamtegevoel. Ik vind de beschrijving van de oefening erg duidelijk op de blog neergezet. Ik weet meteen nadat ik dit gelezen heb wat de bedoeling is en hoe deze les wordt gegeven. Erg goed gedaan.


Hieronder extra feedback van Ad van Rijen:
De combinatie van luisteren en bewegen vind ik een hele geschikte vorm om zowel cognitief als motorisch geconcentreerd bezig te zijn.
Het tegenover elkaar staan en elkaar dus zien bewegen, en samen te bewegen op de muziek is in mijn beleving een mooie  vorm van samenwerken waarbij het nog redelijk veilig bewegen wordt gestimuleerd en er ook geleerd kan worden vrij te zijn in je uitingen.
De opbouw om hen daarna te bevragen over wat ze ervan onthouden hebben vind ik erg goed.
Wel noodzakelijk in mijn beleving dit vooraf ook duidelijk als verwachting te communiceren.
Mocht de respons minder zijn dan verwacht, dan zou ik de oefening zeker een aantal keer herhalen.

woensdag 28 oktober 2015

Ingezongen lied



Ik heb gekozen om het intro liedje van Pipi Langkous in te zingen, en te gebruiken voor deze opdracht. Zelf vind ik het een erg leuk liedje, en door de opbouw ervan denk ik dat het goed toepasbaar is op de weggeefmethode bij het instuderen met de kinderen. De opdracht heb ik zo gemaakt zodat ik de les zou kunnen geven aan kinderen uit groep 6.



Oriëntatie
(Les opening; doel van de les verhelderen, wat weten de kinderen al van dit onderwerp?)

De kinderen staan in een halve kring in de klas, ik sta voor de klas in het midden. Als opening zing ik het lied. Van te voren stel ik de kinderen de volgende vraag: dit liedje gaat over een meisje, wat vinden jullie van dit meisje? Misschien zullen sommige kinderen het liedje kennen, er is namelijk een wat recentere tekenfilm serie van Pipi Langkous. De kinderen zullen sommige karaktereigenschappen van Pipi in zichzelf herkennen of leuk vinden, waardoor ze met meer aandacht zullen luisteren. In het liedje worden rekensommen met een verkeerde uitkomst genoemd. Dit zal de kinderen opvallen, omdat ze zelf met rekenen op dit niveau al bekend zijn, en dus het goede antwoord weten.


Uitleg / instructie
(Wat doe jij? Wat zeg je? Hoe bewaar je de orde (welke regels herhaal je?) en hoe houd je het overzicht over de groep?)

Nadat de kinderen naar het lied hebben geluisterd, kom ik terug op de vraag die ik van te voren gesteld heb. Ik geef een paar kinderen de beurt om te vertellen wat ze van Pipi vinden. Hierna stel ik de kinderen de volgende vragen.

Startvraag: wat vinden jullie van Pipi?
Antwoord: waarschijnlijk; eigenwijs, gek, grappig, druk, vrolijk, etc.
1. wat herken je van Pipi in jezelf?
Antwoord: op deze vraag geven de kinderen een persoonlijk antwoord
2. welke sommen maakte Pipi, en waren de antwoorden goed?
Antwoord: 2x3=4, 3x3=5, 4-5=2, De juiste antwoorden zijn 6, 9, -1.
3. wat voor dieren heeft Pipi?
Antwoord: een aapje en een paard.

Ik zing het lied nog een keer, zodat ze goed kunnen luisteren en de antwoorden op de vragen bedenken. Ik geef een paar kinderen de beurt om de antwoorden te noemen. Hierna geef ik een stapel songteksten door, zodat de kinderen kunnen meelezen. We gaan beginnen met het instuderen van het liedje. Ik gebruik de weggeefmethode; ik zing de eerste zin, de kinderen de volgende, etc. Als we hier mee kaar zijn herhalen we de zinnen met de volgende woorden: wiedewiedewiet, thollahé, thollahopsasa, diedeldodel. We zingen het hele lied nog een keer, ik begin weer met de eerste zin, de kinderen de tweede zin, etc. Zo kunnen ze nog een keer oefenen met de verzinwoorden. Hierna doen we het andersom. Op dit moment zal het liedje er al wel een beetje ingeslepen zijn. We zingen samen het lied een keer helemaal achter elkaar. Als laatste zingen de kinderen het lied zelf, ik zing zelf niet mee.

Ik let erop dat de kinderen allemaal meedoen, als ik merk dat dit niet zo is spreek ik ze erop aan. Omdat de kinderen in een halve kring staan kan ik het overzicht goed houden, en zie ik of iedereen aandachtig mee doet.



(Wat doen de kinderen? Nadenken, antwoorden, schrijven, luisteren, opruimen, etc.)

 De kinderen hebben nagedacht, en luisteren nu naar elkaars antwoorden, of geven mij een antwoord op de startvraag.












De kinderen denken na over de gestelde vragen, hierna geven ze hier antwoord op en luisteren naar elkaar.

De kinderen lezen mee met de tekst, luisteren naar mij, en zingen mee.
Afsluiting
(Feedback en evaluatie)

Als afsluiting vraag ik aan de kinderen hoe ze zelf vinden dat het gegaan is. Vonden ze het leuk om te doen? Wat vonden ze er minder leuk aan? Ik benoem wat ik zelf vind dat ze goed gedaan hebben. Ik leg de nadruk nog eens op de verzinwoorden, en ik vraag wat ze er van vinden dat deze gebruikt zijn in het liedje.



Grafische partituur


       
Voor mijn grafische partituur heb ik gekozen voor het intro liedje van Pipi Langkous. Het luisterfragment wat erbij hoort is hier onderaan te vinden. De partituur die ik gemaakt heb is over de eerste 0.19 seconden van het muziekstuk. Ik heb de partituur verdeeld in 6 blokken, om het een beetje overzichtelijk te houden, en zodat ik er een les activiteit van kan maken. Onderaan heb ik in de legenda beschreven wat de verschillende streepjes betekenen en hoe het is opgebouwd. Ik heb gelet op de toonhoogte, de toonsterkte, en lange en korte klanken.

les activiteit: (groep 8)


Als eerst laat ik de kinderen het luisterfragment horen, zodat ze er al een beetje aan gewend raken. 
Dan krijgen de kinderen van mij in tweetallen een blaadje met de grafische partituur. De verschillende blokken heb ik genummerd, en door elkaar gezet, niet in de juiste volgorde. Ik leg uit wat een grafische partituur precies is, en hoe ze zo iets kunnen lezen. De opdracht luidt dat ze de blokken in de juiste volgorde moeten zetten. Omdat het best een lastige opdracht is, doen ze dit in tweetallen. We luisteren samen nog een keer naar het fragment, en de kinderen maken ondertussen de opdracht. Als de kinderen klaar zijn met de opdracht bespreken we de antwoorden, en kijken we of de antwoorden overeenkomen of dat er grote verschillen zijn. Hierna luisteren we samen nogmaals naar het fragment en maak ik duidelijk wat de goede volgorde is, en leg ik zo nodig nog een keer uit hoe een grafisch partituur gelezen moet worden.






woensdag 9 september 2015

Welkom op mijn weblog!




Mijn naam is Doortje van Rijen.

Ik volg de studie Pabo op de hogeschool van Utrecht. Deze weblog heb ik aangemaakt om verschillende opdrachten te uploaden, die ik maak voor het vak kunstvaardig.

Veel plezier met het bekijken van mijn weblog!