donderdag 29 oktober 2015

Luisteropdracht

                                                       
Voor deze opdracht heb ik gekozen voor het Vliegerlied van Café the block als luisterfragment. Hieronder is het fragment te vinden. Voor de opdracht begin ik bij het nummer vanaf 0.07 seconden. Deze opdracht is bedoelt voor een klas uit de bovenbouw.



De opdracht heb ik ontworpen aan de hand van het stappenplan. De kinderen staan allemaal in tweetallen tegenover elkaar in de klas. Als opening wil ik meteen het fragment laten horen, en de kinderen vragen om mee te luisteren en de bewegingen mee te doen die ze horen in de tekst. Zelf doe ik ook mee, zodat ik ze een beetje aan kan sturen. Op een bepaald moment moeten de kinderen elkaar bij de hand nemen, vandaar dat ze in tweetallen staan. Hier maak ik gebruik van coöperatief leren. Ook denk ik dat de actieve houding wordt bevorderd als de kinderen samen mogen werken. Voordat we het fragment beluisteren, stel ik de kinderen de volgende luistervragen:

1. welke dieren werden er genoemd/nagedaan in het lied?
Antwoord: tijger, giraffe, kangoeroe
2. welke activiteiten/bewegingen worden er genoemd?
Antwoord: vliegen, springen, zwemmen
3. welke sfeer geeft dit liedje?
Antwoord: een vrolijke, enthousiaste, blije etc. sfeer.

Ik heb gekozen voor het domein bewegen. Aan de hand van het KVB model heb ik gebruik gemaakt van de aspecten vorm en betekenis. Vorm: de kinderen bewegen naar aanleiding van herhaling en contrast. Betekenis: de kinderen beelden de karakters van mensen en dieren uit aan de hand van een verhaal, en een duidelijke stemming komt naar voren, namelijk vrolijkheid.

 De volgende luisterstijlen komen aan bod bij deze opdracht:
- Motorische luisterstijl: de kinderen bewegen mee op de muziek, en ze moeten letten op de maat, zodat ze goed mee kunnen doen.
- Creatieve luisterstijl: door het verhaal wat in het lied wordt verteld wordt zullen de kinderen er een kleurrijke verbeelding bij krijgen. Het lied zal ook een vrolijke/blije/enthousiaste emotie opwekken.
- Sociale luisterstijl: de opdracht doen de kinderen allemaal samen, en de muziek roept een bepaalde sfeer op.


De kinderen zullen aandachtig luisteren naar de tekst, omdat ze de bewegingen na moeten doen. Mijn doel hier van is dat ze allemaal actief mee doen, waardoor ze de antwoorden op de vragen waarschijnlijk gemakkelijker uit de tekst halen en onthouden. De kinderen zijn aan het bewegen en aan het analyseren. De didactische werkvormen die ik gebruik zijn demonstreren, vragen stellen, beurten geven, en het laten samenwerken van de kinderen. Over het algemeen is de didactische werkvorm een spelvorm, omdat de kinderen eigenlijk de hele tijd actief meedoen.


Als het nummer is afgelopen bespreek ik met de kinderen de vragen. Ik geef een paar kinderen de beurt om antwoord te geven. Hierna stel ik een aantal open vragen, en laat verschillende kinderen hier antwoord op geven. bv: Wat is voor jou een mooie dag? Wanneer heb je je zo gevoeld als wordt omschreven in het liedje? Hiermee sluit ik de les af.


Hieronder feedback van Sharon Boeven:
Ik vind dat dit een hele geschikte oefening is. De combinatie van luisteren en bewegen vind ik zelf erg leuk. Ik denk ook dat de kinderen deze oefening erg leuk zullen vinden. Dit omdat de kinderen het lied waarschijnlijk zelf ook kennen. Het is een veilige manier om de kinderen tegenover elkaar te laten staan. Omdat iedereen moet bewegen hebben de kinderen geen schaamtegevoel. Ik vind de beschrijving van de oefening erg duidelijk op de blog neergezet. Ik weet meteen nadat ik dit gelezen heb wat de bedoeling is en hoe deze les wordt gegeven. Erg goed gedaan.


Hieronder extra feedback van Ad van Rijen:
De combinatie van luisteren en bewegen vind ik een hele geschikte vorm om zowel cognitief als motorisch geconcentreerd bezig te zijn.
Het tegenover elkaar staan en elkaar dus zien bewegen, en samen te bewegen op de muziek is in mijn beleving een mooie  vorm van samenwerken waarbij het nog redelijk veilig bewegen wordt gestimuleerd en er ook geleerd kan worden vrij te zijn in je uitingen.
De opbouw om hen daarna te bevragen over wat ze ervan onthouden hebben vind ik erg goed.
Wel noodzakelijk in mijn beleving dit vooraf ook duidelijk als verwachting te communiceren.
Mocht de respons minder zijn dan verwacht, dan zou ik de oefening zeker een aantal keer herhalen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten